Lesbrief De Samenleving (6e druk)

In deze lesbrief wordt aandacht besteed aan het belang van de export voor de Nederlandse economie, Nederland als lid van de Europese Unie (EU) en de Monetaire Unie (EMU), wisselkoersen en internationale handel. Verder komt de rol van de overheid als producent van goederen en diensten, als werkgever en als inkomensverdeler aan bod. Tenslotte komt de circulaire economie aan de orde.

Hoofdstuk 1

Nederland en de wereld

Van oudsher is Nederland sterk gericht op het buitenland. Omdat Nederland een klein land is, is het voor veel producten aangewezen op het buitenland. Maar er zijn ook producten die Nederland wel zelf kan maken en die toch uit het buitenland komen. Dit heeft te maken met kosten. Het is slimmer om producten die in andere landen goedkoper gemaakt worden uit die landen in te voeren en je als land toe te leggen op producten die je goedkoper kunt produceren. Dit noemen we internationale arbeidsverdeling. Dit wil zeggen dat elk land zich toelegt op het maken van die producten waar zij een concurrentievoordeel in heeft. Hierbij spelen een aantal factoren een rol zoals:
• de natuurlijke omstandigheden;
• de loonkosten;
• de infrastructuur;
• historische omstandigheden.
De landen van de Europese Unie zijn de belangrijkste handelspartners
van Nederland.

links
Internationale handel (video 5 min.)
Waarom is de EU opgericht? (video 5 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

De overheid om ons heen

De overheid bemoeit zich op allerlei manieren met ons. De landelijke overheid maakt wetten en zorgt bijvoorbeeld voor dijken, onderwijs, gezondheidszorg, uitkeringen, politie en rechtspraak. Om dat allemaal te kunnen betalen is geld nodig. Dat krijgt de overheid binnen via het heffen van belastingen.Nederland kent een progressief stelsel voor de inkomstenbelasting. Daarnaast worden sociale premies afgedragen. Die worden weer gebruikt om uitkeringen te betalen, zoals bijvoorbeeld de AOW.

Bij de invoering van de euro zijn afspraken gemaakt over de hoogte van het overheidstekort en de hoogte van de staatsschuld in procenten van het nationaal inkomen.

links
Wat is een staatsschuld? (video 2 min.)
Hoe oud is belasting? (video 2 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Circulaire economie

Economie volgt al eeuwenlang een lineair model waarbij grondstoffen worden onttrokken aan de natuur, er productie en consumptie plaatsvindt en het afval weer in de natuur terecht komt. In een circulair model worden grondstoffen onttrokken uit het afval van eerdere productie. Dat gaat verder dan recycling van (delen van) een product. Bij duurzame productie gaat de productie niet ten koste van de productiemogelijkheden van toekomstige generaties.

Circulaire economie is er in een aantal vormen: levensduurverlenging, gebruiksmaximalisatie en hergebruik van grondstoffen.

De overheid wil een circulaire economie in 2050. Bij het maken van afspraken in internationaal verband speelt de overheid een belangrijke rol. De consument vindt circulair consumeren belangrijk maar laat dit in zijn (koop)gedrag nog niet altijd zien. Financiële prikkels vanuit de overheid moeten de consument stimuleren om het juiste gedrag te gaan vertonen.

links
Circulaire economie (video 4 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 3