Lesbrief Wereldeconomie (3e druk)

Nederland is een handelsland. De internationale handel is al eeuwenlang belangrijk voor onze economie. Landen handelen met elkaar omdat handel wederzijds voordeel oplevert. Door globalisering raken economieën steeds meer met elkaar verweven. Dat geldt niet alleen voor de handel, maar ook voor de internationale geldstromen op de kapitaalmarkten. Internationale economische samenwerking brengt landen nog dichter bij elkaar. In Europa heeft dat zelfs tot de invoering van een gemeenschappelijke munt geleid. Wisselkoersaanpassingen tussen de Europese munten behoren daarmee tot het verleden.

In deze lesbrief leer je meer over internationale economische vraagstukken. Het eerste hoofdstuk gaat over het hoe en waarom van de internationale handel. Hierin wordt alleen schoolexamenstof behandeld. In hoofdstuk 2 komt de betalingsbalans aan bod en leer je hoe internationale geldstromen worden geregistreerd. In hoofdstuk 3 leer je alles over de wisselkoers. Hoofdstuk 4 gaat over de Europese muntunie en de rol van de overheidsfinanciën.

Hoofdstuk 1

Internationale handel

Door globalisering wordt de productie steeds meer over de wereld verspreid, waardoor de rol van internationale handel ook belangrijker wordt. De theorie van de comparatieve kostenverschillen bewijst dat alle landen voordeel kunnen behalen met internationale handel als zij zich specialiseren in die productie waarbij zij de laagste opofferingskosten hebben. Dit leidt tot een internationale arbeidsverdeling, waarbij productie zoveel mogelijk daar plaatsvindt waar dat relatief het goedkoopste is. Comparatieve kostenverschillen worden meestal veroorzaakt door verschillen in de beschikbare hoeveelheid arbeid en kapitaal en de hoogte van de totale factorproductiviteit.

Als overheden binnenlandse sectoren willen beschermen tegen buitenlandse concurrentie, dan kunnen zij verschillende protectionistische maatregelen invoeren. Om de voordelen die vrijhandel met zich mee kan brengen te benutten, zullen de meeste landen juist de samenwerking met andere landen opzoeken. Dat kan via het lidmaatschap van organisaties of door het sluiten van handelsverdragen. De samenwerking kan verder worden uitgebreid als landen economisch steeds verder willen integreren. Een voorbeeld hiervan is de Economische en Monetaire Unie (EMU), met de euro als betaalmiddel.

links
Ricardo (video 1 min.)
Theorie van de comparatieve kostenverschillen (uitlegvideo 16 min.)
Internationaal scheepvaartvervoer (video 9 min.)
Handelsoorlog VS – China (video 3½ min.)
De VOC als eerste multinational (video 8 min.)
Belastingontwijking door mno’s (video 10 min.)
Vrijhandel en protectionisme (video 6 min.)
Economische integratie (video 5 min.)
Comparatief voordeel, specialisatie en handel (uitlegvideo 13½ min.)
Protectionisme, vrijhandel, economische integratie (uitlegvideo 13½ min.)
Handelstekort met VS (video 1½ min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

De betalingsbalans

Het belang van internationale handel voor een individueel land, kan bepaald worden door de import- en de exportwaarde uit te drukken in een percentage van het bbp van dat land, de zogenoemde import- en exportquote. Hoe hoger deze quotes zijn, des te opener noemen we een economie. Om de grensoverschrijdende geldstromen die daarmee gepaard gaan in kaart te brengen wordt de betalingsbalans opgesteld. De betalingsbalans geeft een overzicht van alle ontvangsten van het buitenland en alle uitgaven (betalingen) aan het buitenland die gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar) plaats hebben gevonden. De betalingsbalans is opgebouwd uit twee deelrekeningen die ieder een ander soort transacties registreren. De geldstromen die direct van invloed zijn op het nationaal inkomen worden geregistreerd op de lopende rekening. De lopende rekening registreert voornamelijk de export en import van goederen en diensten. De internationale concurrentiepositie is daarbij een belangrijke factor, omdat die direct invloed heeft op de hoeveelheden die geëxporteerd en geïmporteerd worden. Geldstromen die invloed hebben op de (internationale) vermogenspositie van een land worden geregistreerd op de financiële rekening. Hierbij is vooral het te behalen vermogensrendement van belang, omdat vermogen normaal gesproken de hoogste rendementen opzoekt.

links
De betalingsbalans (video 6½ min.)
De Belgische betalingsbalans (video 5½ min.)
Nederland handelsland (video 4½ min.)
De valutareserve (video 3 min.)
Betalingsbalans, lopende rekening en financiële rekening (uitlegvideo 16 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

De wisselkoers

De wisselkoers is de prijs van de ene munt uitgedrukt in de andere. Er zijn veel valuta in de wereld en dus ook veel verschillende wisselkoersen. De hoogte van een wisselkoers wordt bepaald door vraag en aanbod op de valutamarkt. Vraag en aanbod veranderen omdat de internationale geldstromen op de betalingsbalans, op de lopende en de financiële rekening, veranderen. De saldi van de financiële rekening en de lopende rekening moeten na elke verandering weer aan elkaar gelijk worden. Als zij zich niet vanzelf aanpassen, moet een koersverandering daarvoor zorgen.

De wisselkoers, de inflatie, de productie en de werkgelegenheid beïnvloeden elkaar over en weer. De gevolgen van een koersverandering voor de binnenlandse economie kunnen groot zijn, maar dat geldt dus ook andersom. Appreciatie van de munt kan bijvoorbeeld komen doordat de rente op de vermogensmarkt is gestegen en internationale beleggers de munt kopen om in het land te gaan beleggen. Diezelfde renteverhoging remt de binnenlandse bestedingen en zorgt ervoor dat de bestedingsinflatie afneemt. Depreciatie van de munt kan bijvoorbeeld als oorzaak hebben dat de inflatie in het land relatief hoog is. De exportsector kan van deze depreciatie profiteren, maar de lagere wisselkoers kan extra inflatie tot gevolg hebben omdat geïmporteerde producten duurder worden.

Het vrij zweven van een munt brengt een risico mee voor de internationale handel. Landen kiezen daarom soms voor vaste koersen. Het handhaven van de vaste koers vraagt een actieve rol van de monetaire autoriteiten en lukt ook niet altijd. De keuze voor vaste wisselkoersen betekent dat een land of zijn vrije kapitaalverkeer moet opgeven of het monetair beleid niet meer zelfstandig kan bepalen, maar in dienst moet stellen van de vaste koersen.

links
Actuele wisselkoersen
Brexit sluit Britse pond op onrustige valutamarkt op (video 1½ min.)
Koersval roebel na inval Oekraïne (video 3 min.)
Japan probeert munt goedkoper te maken (video 2 min.)
De dag dat de dollar valt (video 50 min.)
Wisselkoersen interventie (uitlegvideo 7 min.)
The impossible trinity (uitlegvideo Engels 3 min.)
Trilemma van monetair beleid (video Engels 5 min.)
Trilemma in 1 minuut (video Engels 1 min.)
Zwevende wisselkoers, rente, inflatie, bestedingen (uitlegvideo 14 min.)
Centrale bank, trilemma van het monetair beleid (uitlegvideo 8 min.)
Vaste wisselkoers en valuta-interventies (uitlegvideo 12½ min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

De EMU, een muntunie

In de Economische Monetaire Unie betalen we met een gemeenschappelijke munt, de euro. Het nadeel van deelnemen aan een muntunie is het verlies van de zwevende wisselkoers als aanpassingsmechanisme. Het voordeel is dat er geen valutarisico kan optreden wat stabiliserend werkt voor de handel.
In een optimaal valutagebied zijn de economische verschillen klein en komen langdurige overschotten of tekorten op de lopende rekening niet voor. Economische verschillen tussen de lidstaten moeten worden opgevangen door een goed functionerende interne markt. Met name de arbeidsmarkt speelt een grote rol omdat verschillen in loonkosten erg bepalend zijn voor de internationale concurrentiepositie.

Binnen de EMU zijn afspraken gemaakt over de begrotingstekorten en staatsschulden van de lidstaten in het Stabiliteits- en Groeipact. Tekorten zorgen voor schulden, drijven de rente op en kunnen inflatie veroorzaken. De overheid financiert tekorten door de uitgifte van staatsobligaties. Beleggers schatten het risico in dat zij lopen als zij beleggen in staatsobligaties. Hoe hoger het risico, hoe hoger de rente wordt.
De onderliggende vraag is of de eurozone kan functioneren als een optimaal valutagebied. Om deze vraag te beantwoorden wordt de periode van de kredietcrisis bestudeerd aan de hand van verschillende bronnen.

links
Waarom is de Europese Unie opgericht? (video 5½ min.)
Wat heeft de euro Nederland gebracht (video 2 min.)
De ECB en het eurosysteem in drie minuten uitgelegd (video 3½ min.)
491 miljard staatsschuld, maar geen paniek (video 6½ min.)
De staatsschuld groeit razendsnel: ga jij dat betalen? (video 3 min.)
Wat staat er in het Stabiliteits- en Groeipact (video 1 min.)
Overheidsschulden per land
US Debt Clock
Monetaire unie, optimale valutagebieden (uitlegvideo 10 min.)
Eurozone, overheidstekort, staatsschuld (uitlegvideo 11½ min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 4