Lesbrief Marktresultaat en Overheidsinvloed

(1e druk)

We verplaatsen ons elke dag. Ook onze goederen leggen een lange weg af voor wij ze in de winkel kunnen kopen. Infrastructuur en vervoer spelen een belangrijke rol in de economie. De overheid is zich daar terdege van bewust en laat haar invloed gelden in bijvoorbeeld de markt voor openbaar vervoer en bij de aanleg van wegen. Door sneller en goedkoper vervoer nemen transactiekosten af maar zijn we ook meer gaan reizen. Nieuw aanbod schept nieuwe vraag en leidt opnieuw tot overheidsingrijpen in de markt, bijvoorbeeld om vervuiling tegen te gaan.

Marktwerking en overheidsingrijpen, ze horen bij elkaar. In deze lesbrief nemen we beide onder de loep en gebruiken de verschillende deelmarkten van de transportsector daarbij regelmatig als context.

Hoofdstuk 1

Economische doelmatigheid

Marktwerking begint met keuzes maken, keuzes van consumenten en producenten. Ook overheden wegen kosten en baten af om tot maatschappelijk verantwoorden beslissingen te komen. Keuzes leiden tot ruiltransacties. Door een slimme keuze kunnen vragers en aanbieders surplus of ruilwinst behalen. Dit kan grafisch worden geanalyseerd met behulp van een marktgrafiek. Als de markt perfect werkt, is het surplus maximaal en noemen we de markt doelmatig.

Een doelmatige markt is niet automatische het beste voor de maatschappij of voor onze welvaart. De overheid zal de afweging moeten maken of de doelmatigheid in een markt opweegt tegen de nadelen (zoals gebrek aan innovaties) op de lange of de korte termijn.

links
Surplus arceren bij volkomen concurrentie, Pareto-optimaliteit en maatschappelijke welvaart (uitlegvideo 15 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

De overheid grijpt in

Vrije marktwerking levert niet altijd de maatschappelijk gewenste uitkomst op. De prijzen kunnen te hoog of juist te laag zijn of de markt produceert sommige goederen te veel of te weinig. De overheid kan dan ingrijpen door het instellen van minimum-/ maximumprijzen of indirecte belastingen of subsidies. Door het ingrijpen ontstaat er een verloren surplus in de vorm van een driehoek, de Harberger-driehoek. De overheid moet afwegen of het verlies aan doelmatigheid opweegt tegen de positieve effecten van het ingrijpen.

links
Maximum- en minimumprijs, verloren surplus (uitlegvideo 14½ min.)
Prijsverlagende subsidie, verloren surplus (uitlegvideo 11 min.)
Accijnzen (uitlegvideo 5 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Onvolkomen concurrentie

Een markt van volkomen concurrentie leidt tot Pareto-efficiëntie en de hoogste economische doelmatigheid. Bedrijven die produceren op een markt met onvolkomen concurrentie hebben marktmacht en zijn in staat om prijzen te beïnvloeden. Hierdoor weten zij een groter deel van het totale surplus naar zich toe te trekken. Het marktresultaat is bij deze marktvormen niet Pareto-efficiënt.
De overheid probeert in veel gevallen de consument te beschermen tegen te veel marktmacht bij producenten. In andere gevallen is zij zelf de enige aanbieder van producten of vervult zij de rol van opdrachtgever. De rol van de overheid verschuift dan richting toezichthouden.

links
Arceren van het surplus bij monopolie (uitlegvideo 11 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Ontbrekende markten

Bij onvolkomen concurrentie wordt het Pareto-optimum niet bereikt en faalt de markt. Ook het optreden van externe effecten kan een vorm van marktfalen zijn. Soms faalt de markt zo erg dat er helemaal geen markt ontstaat. Dit kan gebeuren door gebrekkige informatie of vanwege de specifieke kenmerken van goederen als veiligheid en bescherming tegen het water. Ook bestaat er geen markt voor frisse lucht, een stabiel klimaat, bosrijke omgevingen en zeeën vol met vis. In de gevallen waarin wel vraag is naar goederen maar de markt ervoor ontbreekt, spreken we van ontbrekende markten. De markt laat het bijvoorbeeld afweten als onze natuurlijke hulpbronnen in het geding zijn. De overheid moet de markt dan een handje helpen.

links
Collectief goed, tragedy of the commons (uitlegvideo 8 min.)
Internaliseren externe effecten, prijsverhogende belasting, verloren surplus (uitlegvideo over hoofdstukken 2 en 4; 14 min.)

Begrippenlijst hoofdstuk 4